Ik bekijk graag de samenstelling van producten en denk na over de reden achter het specifieke ontwerp van een product. Waarom is het op deze manier gemaakt en niet anders? Neem bijvoorbeeld probioticaformules met ingrediënten, zoals maltodextrine, een polysacharide gemaakt van mout en glucose, en amylases. Amylase is een enzym dat in speeksel voorkomt en verantwoordelijk is voor het afbreken van koolhydraten (suikers) aan het begin van het spijsverteringsproces. Maar is dit de beste manier?
Suikeroplossing voor bacteriën?
Als bacterieculturen in het laboratorium aan een suikeroplossing worden toegevoegd, zullen ze waarschijnlijk snel groeien en een uitstekend resultaat geven voor de activiteit van het preparaat. De natuurlijke beschermende omgeving van darmbacteriën bevindt zich echter bijvoorbeeld in yoghurt of kefir, waar ze gedijen in een melkzuurrijke omgeving. Suiker blijft lang in de reageerbuis, maar in het lichaam worden suikers snel gemetaboliseerd in de dunne darm. Wat overblijft zijn de bacteriën, die vervolgens hun weg vinden naar de dikke darm.
Het verschil tussen een eenvoudig bacteriepoeder en een poeder in suikeroplossing kan verwaarloosbaar zijn voor het effect, en het is moeilijk wetenschappelijk betrouwbaar te presenteren. Uiteindelijk voorziet de suikeroplossing het lichaam van suiker, zij het in zeer kleine hoeveelheden. Maar is dat wat consumenten willen? Is dat echt effectief?
Een poeder met melkzuurbacteriën
Een poeder met melkzuurbacteriën vindt ook zijn weg zonder activering en zonder gebruik van suiker. Laboratoriumresultaten hebben dit ook duidelijk gemaakt. Het tijdstip van inname, dat op een nuchtere maag moet zijn, speelt hierbij een grotere rol.
Daarnaast zijn de meeste probiotica formules gebaseerd op een gelijke verdeling van de verschillende stammen. Deze bacteriën zullen zich dan blijven vermenigvuldigen in de darm volgens de fysiologische omstandigheden en zo het organisme het grootst mogelijke voordeel bieden. Dit is echter niet altijd mogelijk in een suikeroplossing: ten eerste verteert niet elke stam glucose en ten tweede rijst de vraag welke stam zal domineren en groeien. Dit zou bijna onmogelijk te bewijzen moeten zijn. Dit is overigens ook een probleem voor vloeibare producten.